Ontwerp Omgevingsvisie | Sint-Isidorushoeve
De interactieve content hieronder is mogelijk niet toegankelijk.
Rondom Haaksbergen werden begin 20e eeuw enkele nieuwe kerken gebouwd, waaronder de Sint-Isidoruskerk in 1927. De kerk en het dorp danken hun naam aan de heilige Isidorus, onder andere beschermheilige van de boeren. Het kerkdorp is sindsdien gegroeid tot een kleine 2000 inwoners. De Hoeve, zoals het in de volksmond genoemd wordt, kent net als de meeste kleine kernen een hecht sociaal leven. Hoevenaren zijn sterk betrokken bij hun kerkdorp en kennen een uitgebreid verenigingsleven, wat samenkomt op de jaarlijkse Zomerfeesten. Ook de verbinding tussen het dorp en het buitengebied is van groot belang. Het buitengebied van Sint-Isidorushoeve is wat grootschaliger dan in de rest van de gemeente, en bestaat eigenlijk uit een groter aantal historische buurtschappen. Boekelo, Stepelo en Brammelo zijn elk onderdeel van het deelgebied ‘de Hoeve’ met elk hun elke historie en karakter. Overkoepelend staat intensieve agrarische productie centraal in al deze gebieden.
Deze bestaande waarden vormen de kern voor de toekomstige ontwikkeling van De Hoeve. Het landbouwgebied ligt redelijk ver verwijderd van belangrijke natuurgebieden. Dit gebied blijft gezien de omgevingscondities geschikt voor de landbouw. We willen stimuleren dat hier, binnen de kaders van de natuurwetgeving, zo veel mogelijk boeren kunnen blijven boeren. Belemmerende activiteiten in het buitengebied worden daarom ondergeschikt gemaakt aan de (agrarische) economische activiteiten. Het dorp zelf behoudt hierdoor zijn boerengemeenschap, die belangrijk is voor het sociale leven in De Hoeve. Door het bouwen van extra woningen kunnen jongeren en ouderen in het dorp blijven wonen, waardoor de bestaande voorzieningen op peil kunnen blijven. Het buitengebied heeft zijn karakter met bomenrijen en hagen behouden, waar steeds meer recreanten op af komen. Groene verbindingen naar Haaksbergen zorgen voor fijne fietsroutes en gezonde mobiliteit.
De uitgangspunten voor de omgevingsvisie 2040 zijn:
Samen sociaal
Iedereen kan zo lang mogelijk meedoen
De omgeving is zo ingericht dat iedereen deel kan nemen aan de maatschappij. De gemeente Haaksbergen stelt mensen in staat om elkaar te ontmoeten. Hierbij spelen verschillen in achtergrond, leeftijd, fysieke gezondheid of inkomen geen rol. Het verenigingsleven, evenementen en vrijwilligerswerk spelen een belangrijke rol in het verbinden van onze jongeren, ouderen en nieuwe inwoners. Als gemeente faciliteren we kansrijke initiatieven.
Voor dagelijkse boodschappen en zorgvoorzieningen is een goede verbinding naar de kern van Haaksbergen of de Veldmaat belangrijk. Dit kunnen ook sociale voorzieningen zijn, zoals een buurttaxi. Met meer samenwerking tussen de gemeente en zorgorganisaties wordt het ook makkelijker voor (kwetsbare) inwoners om zo lang mogelijk mee te doen en op zichzelf te blijven wonen. We maken het makkelijker voor zorgbehoevenden om de juiste zorg te vinden: we stemmen wonen, zorg en welzijn beter op elkaar af. We zetten daarom in op meer volledig aangepaste woningen, woningen voor speciale doelgroepen (zoals beschermd wonen en statushouders) en de betaalbaarheid van deze specifieke woonvormen.
Tenslotte streven we naar een goed niveau van basisonderwijs op een daarvoor geschikte locatie. Het is hierbij van belang dat elke dorpsschool zijn eigen karakter behoudt en er verschillende onderwijsvormen worden aangeboden.
Passende voorzieningen
Bij een fijne woonomgeving horen passende voorzieningen. Het centrum van Haaksbergen, het winkelcentrum van de Veldmaat en Scholtenhagen zijn belangrijke ontmoetingsplekken voor inwoners uit de hele gemeente. We onderzoeken of we op meer plekken horecavoorzieningen kunnen toevoegen, ter verbinding van het centrum en het buitengebied.
In Sint-Isidorushoeve zijn het café en het zalencentrum belangrijke private voorzieningen die we willen behouden. In het gemeenschapshuis van ‘t Meûken komen sport, spel en ontmoeting samen. Omdat voorzieningen de gemeente geld kosten, is mogelijk dat het financieel gezien niet haalbaar is om alle voorzieningen te behouden. Een optimaal gebruik van voorzieningen rechtvaardigt de maatschappelijk investeringen. We onderzoeken de mogelijkheden om meerdere verenigingen te huisvesten onder één dak. Dit draagt bij aan de duurzaamheid van onze gebouwen, is kostenefficiënt voor verenigingen en vermindert het aantal gebouwen dat op bepaalde tijden leeg staat.
Belangrijk zijn de maatschappelijke voorzieningen welzijn/zorg dichtbij in de omgeving, waar inwoners met hulpvragen terecht kunnen. Waar inwoners elkaar kunnen ontmoeten en aan activiteiten kunnen deelnemen. Met mogelijkheden voor laagdrempelig dagbesteding voor inwoners die een steuntje in de rug nodig hebben om weer zelfredzaam te kunnen zijn.
Tenslotte streven we naar een goed niveau van basisonderwijs op een daarvoor geschikte locatie. Het is hierbij van belang dat elke dorpsschool zijn eigen karakter behoud en er verschillende onderwijsvormen worden aangeboden. Het aantrekken van jonge gezinnen en het toevoegen van woningen dragen tevens bij aan het behoud van de voorzieningen in Sint-Isidorushoeve.
Cultuurhistorie
Nieuwe ontwikkelingen houden rekening met de identiteit van de plek. Er zijn binnen de gemeente veel plaatsen met een rijke cultuurhistorie en erfgoed, zoals de landgoederen, kastelen, en dorpsgezichten. In het buitengebied van Sint-Isidorushoeve ligt uniek agrarisch erfgoed in de vorm van drie lösse huuze, boerderijen op de Rijksmonumentenlijst. Het erfgoed wordt gewaardeerd en kent een plek in de samenleving. Nieuwe ontwikkelingen staan in dienst van het behoud en versterking ervan.
Gezondheid en openbare ruimte
Uit onderzoek blijkt dat Haaksbergenaren hun gezondheid als zeer goed ervaren en dit willen we behouden. We bevorderen de positieve gezondheid (fysiek en mentaal) door het voor iedereen mogelijk te maken om voor gezonde opties te kiezen. In elke dorpskern is er een aanbod in sport, bewegen, cultuur en/of groen in de openbare ruimte. Je kan hierbij denken aan een buitengym, speeltuinen of fietsroutes. De (sociale) veiligheid wordt beter door zichtbare en toegankelijke openbare ruimtes, zoals pleinen, wegen, fiets- en wandelpaden, en groen. De fietsroutes en oversteekplaatsen zijn veilig. Dit biedt kansen om laagdrempelig te bewegen en elkaar te ontmoeten. Een gezonde openbare ruimte versterkt daarmee niet alleen onze gezondheid, maar ook ons noaberschap.
We beschermen onze gezondheid ook tegen de effecten van het veranderend klimaat. Dit doen we met maatregelen voor klimaatadaptatie. In 2050 zijn we volledig klimaatbestendig en waterrobuust. Hiervoor moeten de waterveiligheid, de zoetwatervoorziening en de ruimtelijke inrichting op orde zijn. We vinden het daarom ook belangrijk dat ons water- en bodemsysteem sturend zijn als we de functie van een gebied willen veranderen of als we een gebied anders willen inrichten. In de kern van de Hoeve kijken we kritisch naar de hoeveelheid verharding. Door het toevoegen van bijvoorbeeld groene parkeerplaatsen en struiken maken we de omgeving groener. We moedigen inwoners en bedrijven aan om met ons mee te doen. Je kan hierbij denken aan tegelwippen of het vergroenen van je dak. Meer groen in de kern werkt verkoelend en daarmee verminderen we de risico’s op hittestress. Ook zorgen we hiermee dat het groen vanuit het buitengebied doordringt tot in het dorp. Daarmee maken we groene wandel- en fietsroutes van dorp naar buitengebied mogelijk, en biedt de bebouwde omgeving meer ruimte voor biodiversiteit. Klimaatadaptieve maatregelen zijn daarom een randvoorwaarde voor alle nieuwe ontwikkelingen.
Voor groen in de kernen hanteren we het 3-30-300 doel. Dit houdt in dat we willen dat er vanuit elk huis 3 bomen zichtbaar zijn, dat 30% van een wijk in de schaduw van een boom valt en dat iedereen binnen 300m van een park of groene ruimte woont. Hiermee zorgen we ervoor dat we het groene, gezonde gevoel van het buitengebied ook in onze woonwijken ervaren.
Naast het bevorderen van gezondheid, beschermen we ook de gezondheid. We gaan zorgvuldig om met gewasbeschermingsmiddelen en zullen de overlast hiervan zoveel mogelijk beperken. We voldoen minimaal aan de wettelijke normen voor geur, lucht- en geluid. Waar mogelijk proberen we de leefomgeving te verbeteren. Dat doen we in samenspraak met onze inwoners en (agrarische) bedrijven. Hiervoor stimuleren wij buurtbemiddeling voor het vinden van lokale oplossingen om overlast door stank, geluid en luchtverontreiniging te verminderen.
Krachtige kernen
Genoeg woningen en de juiste woningen
Haaksbergen is een plattelandsgemeente. We bouwen vooral voor onze lokale behoefte en voor de regionale behoefte. Dit helpt bij het in stand houden van voorzieningen en is goed voor een evenwichtige leeftijdsopbouw. Het toevoegen van woningen is nodig om onze kernen leefbaar en vitaal te houden. Ook is er vanuit het Rijk behoefte aan meer woningen voor aandachtsgroepen. Bijvoorbeeld voor statushouders, woon-zorg woningen of tijdelijke huisvestiging voor vluchtelingen. Het is belangrijk dat ook de kleinere kernen, zoals Sint-Isidorushoeve, voorzien in een extra woonopgave. Gemeentebreed, zowel binnen als buiten de bebouwde kom, willen we tot 2034 900 woningen toevoegen. We houden hierbij rekening met een verdeling van 30% sociale huur, 40% betaalbare huur-/ koopwoningen en 30% in het dure segment. Bij het toevoegen van nieuwe woningen hebben we een voorkeursvolgorde voor (1) transformeren van leegstaande gebouwen naar woningen, (2) toevoegen van woningen binnen de huidige bebouwde kom en (3) uitbreiden aan de randen. We hebben alle drie de opties nodig om genoeg woningen te bouwen voor iedereen die in Haaksbergen wil wonen. Ook bij ontwikkelingen op erven kijken we naar de bijdrage in de woonbehoefte. We beoordelen per locatie de impact op de ruimtelijke kwaliteit, de haalbaarheid en hoe praktisch/ functioneel de locatie is. We houden er bijvoorbeeld rekening mee dat er voldoende (open) ruimte is voor ontspanning, groen, biodiversiteit en cultuurhistorie.
Sint-Isidorushoeve moet een dorp blijven dat ‘los in het landschap ligt’. Omdat de Hoeve midden in het gebied met generieke opgeven en kansen ligt, zijn we terughoudend met het toevoegen van woningen in het landelijk gebied. We onderzoeken woningbouwlocaties binnen in het huidige dorp (inbreiding) en aan de noordwestelijke en zuidelijke randen van het dorp (uitbreiding). De exacte zoekgebieden zijn aangegeven op de kaart. Groene plekken binnenin het dorp dienen als ‘ademruimte’ en dragen ook bij aan die geleidelijke overgang tussen dorp en landschap. Bij uitbreiding is het belangrijk dat we zoveel mogelijk rekening houden met bestaande landschappelijke elementen. Als we bouwen in de Hoeve, kijken we samen met Provincie of we de Goorsestraat als doorgaande route kunnen ontmoedigen (met uitzondering van vrachtverkeer) door de straat anders in te richten. Zo maken we de straat veiliger en wordt het prettiger wonen rondom deze straat.
We houden bij alle nieuwe woningbouwontwikkelingen extra rekening met de behoefte van jongeren en ouderen, bijvoorbeeld door meer kleinschalige en betaalbare woningen te ontwikkelen, door het makkelijker te maken om een woning te splitsen. We sturen op gemengde wijken, met woningen in verschillende segmenten en met verschillende bewoners. We hebben ruimte voor doelgroepen en aandachtsgroepen en zetten in op de betaalbaarheid van specifieke woonvormen.
Woningen verduurzamen
Daarnaast moeten we onze woningvoorraad verduurzamen. Voor alle nieuwbouw geldt dat er (afhankelijk van het type gebouw) gedeeltelijk willen bouwen met natuurlijke materialen, dit noemen we biobased bouwen. Ook moet er zoveel mogelijk energieneutraal worden ontwikkeld. We stimuleren ontwikkelaars tot het bouwen van nul-op-de-meter woningen die nog een stapje verder gaan voor een lagere energierekening.
Werken en leren
Haaksbergen is geen “slaapgemeente”, we hebben veel arbeidsplaatsen binnen de gemeentegrenzen. We werken aan een gevarieerde economie met diverse sectoren, zodat er voor veel inwoners passend werk is. Hiermee groeit de werkgelegenheid en behouden we ook werkgelegenheid als het met een bepaald deel van de economie wat minder gaat. We helpen bedrijven om toekomstbestendig te worden door inzicht te organiseren in de mogelijke maatregelen die bedrijven kunnen inzetten om zelf te verduurzamen.
Twente staat bekend om innovatie en technische ontwikkelingen. Ook op de bedrijventerreinen in de Hoeve ligt hier veel nadruk op. Het is belangrijk dat we het dorpse karakter van onze gemeente ook op de bedrijventerreinen waarborgen. Hoe dichter een bedrijventerrein bij de kern ligt, hoe minder impact de bedrijven op de omgeving mogen hebben (je kan hierbij denken aan de hoeveelheid geluid dat een bedrijf maakt of op welke uren er gewerkt mag worden). We kijken naar uitbreidingsruimte voor bedrijventerreinen, vooral voor bedrijven die hier al gevestigd zijn en een groei- of transformatiewens hebben. De sterke mkb- en (familie)bedrijven dragen bij aan de economie en sociale samenhang. De onderwijsinstellingen in de regio (zoals Assink Lyceum (middelbare school), Universiteit Twente (WO), Saxion (HBO) en ROC van Twente (MBO)) trekken talent aan en stimuleren ontwikkelingen. We maken kenbaar wat er in Haaksbergen te doen is. Samenwerkingen met praktijk en theorie tussen industrie, bedrijven en onderwijs bieden nieuwe kansen en ideeën die benut kunnen worden voor bijvoorbeeld voor de zorg, energie of landbouw. De samenwerkingen zijn ook aantrekkelijk voor het aantrekken van jong talent.
Omdat er op dit moment te weinig ruimte is voor onze huidige bedrijven om te groeien, zoeken we naar mogelijkheden om onze bedrijventerreinen uit te breiden. Specifiek in Sint-Isidorushoeve onderzoeken we de kansen voor een nieuw bedrijventerrein aan de zuidzijde van het dorp. Op het nieuwe bedrijventerrein is ruimte voor kleinschalige kavels die goed in het landschap passen. Het bedrijventerrein is bedoeld voor ondernemers die een sterke binding hebben met de Hoeve. De ontwikkeling van het nieuwe bedrijventerrein gaat samen met het opknappen van het huidige terrein. Hierbij proberen we zoveel mogelijk bedrijven op hun huidige locatie te behouden. We houden ook rekening met de bereikbaarheid van bedrijven. We maken de oversteek van bushaltes naar de industrieterreinen veiliger en we verbeteren de mogelijkheden voor wandelen en fietsen op de industrieterreinen, voor zowel woon-werk verkeer als ommetjes.
We helpen onze huidige en nieuwe bedrijven om toekomstbestendig te worden door inzicht te organiseren in de mogelijke maatregelen die bedrijven kunnen inzetten om zelf te verduurzamen. We onderzoeken of we bij de bouw van nieuwe bedrijfspanden als voorwaarde kunnen stellen dat de daken benut worden voor zonne-energie en/of een bedrijf bijdraagt aan vergroening. Lucht, geluid en geuroverlast horen bij bedrijvigheid, zeker op de bedrijventerreinen. Echter, hoe dichter een bedrijf bij een woonwijk staat, hoe minder overlast het bedrijf mag veroorzaken voor omwonenden. We behouden ruimte voor waterberging en houden rekening met de milieu-impact van bedrijven.
Daarnaast zitten er in het landelijk gebied van Sint-Isidorushoeve veel bedrijven. Dit is niet alleen veehouderij, maar ook andere vormen van (agrarische) bedrijvigheid. Je leest meer over onze visie over het buitengebied bij het hoofdstuk Toekomstbestendig buitengebied.
In alle gevallen beogen we dat de kwaliteit van onze bedrijven verbetert door ze bereikbaar te houden en door te investeren in duurzame en klimaatadaptieve maatregelen. Als gemeente organiseren we inzicht in de mogelijke maatregelen die bedrijven kunnen inzetten om zelf te verduurzamen.
Bewegen en verplaatsen
Het wordt makkelijker, prettiger en veiliger om te wandelen en te fietsen. Hiermee zorgen we voor een leefbare en gezonde leefomgeving. We behouden het bestaande wandel- en fietspaden en breiden deze uit. We zetten in op gedragsverandering en gezondheid door voorzieningen toe te voegen zoals voldoende fietsparkeerplaatsen, oplaadpunten voor e-bikes, zitgelegenheden, bewegwijzering en brede stoepen. We houden hierbij rekening met de toegankelijkheid voor ouderen en mindervaliden. Ook krijgen de wandelaar en de fietser vaker voorrang op het autoverkeer waar dit veilig kan. De auto blijft ook nodig voor de verbinding tussen kernen, maar de focus ligt op de duurzamere alternatieven. Om de overstap van en naar de bus en andere duurzame vervoerwijzen te promoten, onderzoeken we op drie locaties of we er mobiliteitshubs kunnen realiseren. Hier komen verschillende vormen van vervoer samen waardoor het makkelijker wordt om de overstap te maken naar een (duurzaam) vervoersmiddel. Op basis van het bestaande busgebruik, zouden er ook plushaltes gerealiseerd kunnen worden op plekken waar nu al regelmatig veel fietsen staan. Voorbeelden daarvan zijn de twee bushaltes op de Hengelosestraat. Een plushalte heeft meer voorzieningen voor fietsen en parkeren dan een gewone bushalte. Het openbaar vervoer is een verantwoordelijkheid van de Provincie Overijssel, zij maken concrete afspraken met vervoersmaatschappijen voor de bus en trein. Buiten de mobiliteitshub om is het niet realistisch dat het bus-netwerk in de gemeente uitgebreid wordt. In plaats daarvan werken we aan het behouden van het huidige aanbod en zorgen we ervoor dat alle haltes goed en veilig te bereiken zijn voor wandelaars en fietsers.
Op plekken waar de vraag naar openbaar vervoer laag is, willen we onderzoeken welke andere manieren er zijn om bereikbaarheid te garanderen. Zo houden we bij het bouwen van nieuwe woningen en bedrijven meteen rekening met de bereikbaarheid en doorstroming. En hoewel parkeren van belang blijft, beoordelen we per project hoeveel prioriteit dit heeft. Ook beoordelen we of het mogelijk is om de parkeervoorziening aan de uiteinde van een straat of wijk te realiseren. Uit participatie is gebleken dat veel inwoners hiervoor open staan, omdat er hierdoor voor het huis meer ruimte is voor groen, spel en ontmoeting.
Circulair
We werken toe naar een circulaire economie in 2050. We creëren een gesloten cirkel waarbij geen afval vrijkomt en we grondstoffen telkens hergebruiken. Om dit te bereiken verminderen we het gebruik van grondstoffen en we (her)gebruiken de beschikbare grondstoffen zo efficiënt mogelijk. Als we meer producten hergebruiken, verminderen we onze milieu-impact en de schaarste van sommige producten. Soms kan je een product één-op-één hergebruiken, maar vaker vraagt het om een bewerking of verwerking, bijvoorbeeld recycling of reparatie. Deze bewerkingen vragen om werkruimtes en creatieve ideeën. Omdat circulair denken nog vrij nieuw is, moeten we onze mogelijkheden voor circulaire economie nog onderzoeken. Doordat we straks anders met onze spullen omgaan, verandert onze omgeving ook. Het is denkbaar dat er meer opslag- en distributieplaatsen nodig zijn, dat er minder ruimtes nodig zijn om nieuwe producten te produceren, of dat we meer spullen met elkaar delen (bijvoorbeeld auto’s of energie). Er lopen al initiatieven voor circulariteit in Haaksbergen. We bekijken in hoeverre we deze verder kunnen uitbouwen en/of hoe we de initiatieven elkaar kunnen laten versterken.
Onze bedrijven spelen een belangrijke rol bij het ontwikkelen van onze circulaire economie. We stimuleren hen om ook zoveel mogelijk circulaire keuzes te maken bij onderhoud, reconstructies en realisatie. Met ons inkoopbeleid richten we ons op een gezamenlijke aanpak om bij te dragen aan circulariteit. We kunnen de circulaire economie verder versnellen door een betere samenwerking met andere Twentse gemeenten. Het is voor een circulaire economie namelijk belangrijk dat bedrijven elkaars (rest)producten kunnen gebruiken en dat we leren van elkaars projecten. Twente heeft een grote bouwsector en die speelt een belangrijke rol in de omschakeling naar circulair bouwen. Als beheerder van de openbare ruimte en een aantal publieke gebouwen gaan we als gemeente zelf aan de slag om circulariteit toe te passen in realisatie en onderhoudsprojecten en in ons afvalbrengpunt. We bieden aannemers de kans om nieuwe duurzame technieken toe te passen in de praktijk.
Toekomstbestendig buitengebied
Water en bodem sturend
Het water- en bodemsysteem zijn sturend als we de functie van een gebied willen veranderen of als we een gebied anders willen inrichten. De Bolscherbeek en de Buurserbeek krijgen meer ruimte. Hierdoor kunnen we in natte tijden water goed afvoeren. Dit biedt ook kansen voor natuur (groenblauwe dooradering). In het beekdal hieromheen kunnen ontwikkelingen als woningbouw niet meer plaatsvinden. Ook landgebruik voor landbouw nabij de beek wordt zoveel mogelijk beperkt om de waterkwaliteit te verbeteren. Om grondwater beter vast te houden wordt ingezet op het verbeteren van de sponswerking van de bodem. Dit helpt ook om de impact van droogte zo klein mogelijk te maken. Binnen deze kaders van water en bodem sturend blijft het buitengebied van Sint-Isidorushoeve geschikt voor landbouw. Agrarisch gebruik heeft voorrang op andere functies. Functies die landbouw kunnen beperken worden zo veel mogelijk ingeperkt. Waar mogelijk faciliteren we ook de aansluiting tussen water en bodem sturend, en het agrarisch gebruik van de bodem. Een voorbeeld is het inzaaien van bloemrijkgras op weilanden van veeteeltbedrijven. Dit kan op de lange termijn de biodiversiteit en sponswerking in de bodem vergroten zonder grote verstoring op het bedrijf.
Klimaatadaptieve maatregelen, zoals het beter vasthouden van water, zijn een randvoorwaarde voor ontwikkelingen binnen de dorpen en in het landelijk gebied. Hierbij is ‘groenblauwe dooradering’ van groot belang. Groenblauwe dooradering houdt in dat een gebied wordt doorkruist (‘dooraderd’) door groene (hagen, bomenrijen) en blauwe (sloten, beken) landschapsonderdelen. Deze plekken zorgen voor schuilplaatsen voor dieren en helpen bij het verplaatsen van planten en dieren. Ook helpt het om te werken aan onze Basiskwaliteit Natuur en daarmee aan onze biodiversiteit. Net als in de rest van Nederland, willen we dat in 2035 10% van de oppervlakte in het buitengebied onderdeel is van groenblauwe dooradering. In Sint-Isidorushoeve zetten wij daarvoor in op het ontwikkelen van houtwallen, bomenrijen en beken die passen in het huidige landschap. Ook willen we deze groenblauwe dooradering, waar mogelijk, doortrekken naar het bebouwd gebied. Zo verbinden we de dorpskern van de Hoeve sterker met het groene, landelijke gebied. Meer groen in de kern van Sint-Isidorushoeve draagt bij aan biodiversiteit, klimaatadaptatie en helpt tegen hittestress.
Landschap
Het buitengebied van Sint-Isidorushoeve wordt vooral agrarisch gebuikt en kent vrijwel geen natuurgebieden zoals NNN (Natuur Netwerk Nederland). Er is hier veel ruilverkaveling geweest. Met zijn houtwallen en boomsingels kent het gebied al verschillende elementen van de groenblauwe dooradering. Die we verder versterken om de basiskwaliteit natuur te behalen. We zetten in op het beschermen, versterken en ontwikkelen van deze natuur- en landschappelijke waarden.
Werken in het landelijk gebied
Zo willen we dat in het landelijk gebied van Sint-Isidorushoeve zoveel mogelijk landbouwgrond in productie blijft. Er zitten hier namelijk veel bedrijven die bijdragen aan onze economie. Dat beperkt zich niet alleen tot veehouderij, er zitten hier ook andere vormen van (agrarische) bedrijvigheid. Het buitengebied van de Hoeve valt grotendeels binnen het gebied met generieke opgeven en kansen. In dit gebied zijn er weinig belemmerende functies voor bedrijven, en met name voor agrarische bedrijven. We zijn daarom terughoudend met het toevoegen van woningen in dit landelijk gebied. Ook in de toekomst moet de plattelandseconomie hier zoveel mogelijk ruimte krijgen.
Agrarisch gebruik wordt zodanig ingericht dat boeren met bijvoorbeeld agrarisch landschapsbeheer bijdragen aan het in stand houden van het cultuurlandschap, inclusief het onderhoud van groenblauwe dooradering met zijn functies voor natuur. Ook hierbij gelden de principes van water en bodem sturend: de landbouw gebruikt water en bodem als hulpbronnen, maar in de mate waarin deze natuurlijk aanwezig zijn zonder deze uit te putten. Bij de transformatie van het agrarische gebied is ons uitgangspunt dat de agrarisch ondernemers een toekomstperspectief blijven houden waarin ze hun inkomen blijven verdienen door bedrijvigheid op hun perceel. Zo willen we in Haaksbergen meer agroforestry. Hierbij wordt landbouw (veehouderij, akkerbouw of groenteteelt) gecombineerd met bomenteelt (zoals fruit- of notenbomen), zodat er een positieve wisselwerking tussen de teelten kan ontstaan. Daarnaast stimuleren we agrariërs en bedrijven om lokaal hun agrarische producten te verkopen. In een dergelijke ‘korte keten’ zijn er geen of zo min mogelijk schakels tussen wie het voedsel maakt en wie het opeet. Dit levert een bijdrage aan de opbrengst voor de lokale partijen en de duurzaamheid van de agrariërs. Op andere plekken in de gemeente zien wij al voorbeelden van deze korte ketens. Wij zetten in op het stimuleren en uitbreiden van deze initiatieven.
Er zijn ook agrariërs die willen verbreden. Zij krijgen de ruimte om hun verdienmodel te veranderen, zo lang dit geen beperkingen geeft voor agrarisch gebruik in de omgeving. Je kan hierbij denken aan een boerderijwinkel of kleinschalige energieopwekking.
De groenblauwe structuren van het landschap kunnen de basis vormen voor (route-gebonden) recreatie in het gebied. Er is hier ruimte voor bijvoorbeeld wandelen en fietsen, zo lang de recreatieve activiteiten geen negatieve invloed hebben op het agrarische gebruik in de omgeving.
We zetten onszelf meer op de kaart met activiteiten voor dagrecreatie. Ook verbeteren we ons aanbod in verblijfsrecreatie doordat we meer diverse opties aanbieden, passend bij de verschillende type bezoekers. We willen meer bezoekers aantrekken die iets toevoegen aan ons omgeving óf onze economie. We richten ons naast onze huidige bezoekers (voornamelijk gepensioneerden) meer op stellen en gezinnen die komen voor de rust, ruimte en natuur. Binnen deze focusdoelgroepen richten we ons met name op millennials en de alpha-generatie. Zij willen ervaringen op doen, worden aangetrokken door cultuur en natuur en zoeken de uitdaging op. Bezoekers dragen bovendien bij aan de leefbaarheid en het in stand houden van voorzieningen in de kern.
Agrarisch gebruik zal in het deelgebied Sint-Isidorushoeve voorrang hebben op recreatief gebruik. Het is hierbij belangrijk dat er per situatie beoordeeld wordt of de verandering passend is voor het buitengebied van Sint-Isidorushoeve en wat de impact is op de omliggende bedrijven. Met functies die de ontwikkeling van landbouw in de weg staan (zoals wonen) gaan we terughoudend om. Het uitgangspunt is dat waar landbouw kan, landbouw moet blijven.
Energie en warmte
We willen in 2050 energieneutraal en aardgasvrij zijn. Energieneutraal worden we vooral door zonnepanelen op daken, zonnevelden in het landelijk gebied en windenergie.
In Sint-Isidorushoeve dragen verschillende zonnevelden bij aan het behalen van de doelen uit de Regionale Energiestrategie (RES). Zonnepark De Stegenhoek is al ontwikkeld.
De energietransitie vraagt om meer ruimte, omdat we ons energienet moeten verbeteren. Onder de grond is ruimte nodig voor nieuwe leidingen en er komen meer transformatorhuisjes en schakelstations in het straatbeeld. Zo zorgen we ervoor dat we alle energie die we opwekken ook kwijt kunnen en dat nieuwe woningen/ bedrijven verzekerd zijn van genoeg elektriciteit. We onderzoeken de kansen om de ruimtevraag van de energietransitie te verminderen door in te zetten op warmtenetten en de opwekking van (innovatieve) duurzame gassen, zoals groengas of waterstof.
In Sint-Isidorushoeve onderzoeken we ook wat de mogelijkheden zijn voor biogas en groen gas. Deze vormen van energieopwekking vragen vaak om minder ruimte. Ook zien we kansen voor energieopwekking op erven van agrariërs, met bijvoorbeeld mestvergisters, mini-windmolens of zonnepanelen op daken. Het is hierbij een voorwaarde dat de installatie goed landschappelijk kan worden ingepast.
Ten slotte richten we ons op energiebesparing: alle energie die we niet verbruiken, hoeven we ook niet op te wekken. We helpen bedrijven hierbij met duidelijke informatievoorziening over de mogelijkheden om te verduurzamen.
Zoutwinning
Zoutwinning in Haaksbergen is een belangrijk onderwerp. Zout producent Nobian is van plan om op acht locaties in Haaksbergen zout te winnen. Begin 2024 heeft het ministerie van Economische Zaken vergunningen verleend voor acht zoutwinlocaties en een leidingentracé in Haaksbergen richting een fabriek in Hengelo. Voor de ontwikkelingen zullen er nieuwe gebouwen nodig zijn in het landschap, ter ondersteuning van de zoutwinning.
Zoutwinning valt onder de Mijnbouwwet en is in eerste instantie een verantwoordelijkheid van de Rijksoverheid. De bevoegdheid van gemeente Haaksbergen is beperkt, maar we kunnen als gemeente wel een rol spelen in het monitoren van de lokale impact van de zoutwinning. Dit omvat het nauwlettend volgen van de effecten op het landschap, de landbouw en de invloed op inwoners.